Deze danser was lang zó breekbaar, dat ik hem nauwelijks durfde aanraken.
Voorheen dansten we. Hij beheerste de Ballroom Dansen als geen ander en, ook al was hij wat in de war, zijn lichaam herinnerde zich de passen, de figuren en de etiquette van toen. Hij leidde mij over de dansvloer, was een echte heer en stond er op me na de dans naar “mijn plaats” te brengen.
De afgelopen maanden dansten we nog maar af en toe want hij was wankel, heel breekbaar en viel veel. Vaak ook was hij veel te moe.
Vandaag is hij er weer. En met hem de danser die nog altijd in hem leeft. Hij leidt me over de dansvloer, zorgt dat ik niet met rollators bots of over voeten struikel. Voorzichtig maar onmiskenbaar laat hij me een draai maken. Hij volgt de muziek. En glimlacht. Alle dansen lang. “Gaat goed, hè!”
Als ik de dansmiddag afsluit , de dansers bedank en al bezig ben mijn muziek op te bergen, vraagt hij me nóg een keer ten dans.
Natuurlijk zeg ik “ja”.