
De repetitie vond meestal plaats rond zonsondergang.
Ik zat bij haar, mijn overleden vader en haar ouders zweefden in de lucht om ons heen.
Alice zette kleine stapjes naar hen toe.
En dan weer terug naar mij – onze eigen “Lobster Quadrille.” *
Ze zat echt ertussenin, liminaal,
als in een overgangsrite tussen twee sociale toestanden.
Twee werelden overstijgend,
hoewel ze fysiologisch geen tekenen had dat de biologische dood nabij was.
wil je
wil je niet
wil je
wil je niet
wil je meedoen
met de dans?
Midden in de ziekte van Alzheimer wist Alice dat we moesten oefenen.
Omdat dood en sterven relatief verborgen blijven in onze cultuur.
Ons medische systeem stelt dood gelijk aan falen van de behandeling.
Medisch personeel geeft de situatie door aan een ander soort expert
– religieus misschien, of seculier, de directeur van het uitvaartcentrum.
Alice wist dat de dood eraan kwam, dus moesten we oefenen.
In onze cultuur, waar de dood taboe is en ouder worden niet wordt gevierd,
ervaart iemand met Alzheimer een sociale dood,
lang vóórdat zijn of haar hart stopt met kloppen.
Op de een of andere manier zijn ze voor de rest van ons
niet meer zo volledig menselijk als ze ooit waren
wanneer ze hun eigen familie niet meer herkennen en niet meer kunnen spreken.
De regels voor de omgang met hen en de zorg voor hen veranderen.
Midden in Alzheimer wist Alice op de één of andere manier dat deze dood al gaande was.
Dus moesten we oefenen.
Uit: Alice-heimer’s. Alzheimer’s through the Looking Glass.
door Dana Walrath
(tekst vertaald uit het Engels)
*een soort dans