Een meisje.
Ze wacht.
Nee, denkt ze, ik wacht niet,
ik dans.
Ze danst,
ze danst met lange, ranke passen,
langzaam en aandachtig,
ze houdt haar ogen dicht,
ze danst door deuren en door ramen
en door lange, lankmoedige dagen ~
hout, glas en uren vallen in splinters rond haar neer ~
en telkens als ze niet meer kan
en bijna, bijna valt,
denkt ze: Ik?
ik val niet,
ik dans.
Toon Tellegen