LevensKunst

LevensKunst
juli 23, 2022 ingeborg

 

 

 


 

door Dr. Erwin J.O. Kompagne

 

 

Floor is zeventien jaar en vier maanden oud en daarmee hoogbejaard.
Floor is onze Jack Russell.
Zij is in deze zeventienjarige tijdsperiode tweemaal bij de dierenarts geweest.
De eerste keer om haar te laten steriliseren
en de tweede keer voor de vaccinatie voor kennelhoest.
Dat laatste hebben we maar één keer laten doen
want daarna is ze nooit meer naar een kennel geweest.
Het was voor ons overduidelijk dat het verblijf daar,
terwijl wij van onze vakantie genoten,
voor haar absoluut geen feest was geweest.

Als hoogbejaarde dame heeft zij last van slechtziendheid,
van doofheid,
ze valt soms zomaar om of ergens tegenaan,
de meeste tanden zijn al uitgevallen,
haar bruine snuit is grijswit geworden
en ze is vermagerd.
Wij zeggen dat zij ‘dement’ is.
Immers, ze loopt vaak rusteloos zoekend door de kamer,
blaft als er een vlieg door de tuin vliegt
en zit soms zonder duidelijk doel naar een muur te staren.
Harde brokjes kan ze eigenlijk niet meer kauwen.
Deze maken we nu zacht met wat groentebouillon.
Wilde ze vroeger graag mee op een lange wandeling,
nu is een kort snuffelrondje op het grasveld voor ons huis al voldoende.

Floor is incontinent, althans, als ze moet dan moet ze,
en dat is dan veelal vlak naast of in haar mand in de huiskamer.
Tijdens het snuffelrondje ‘vergeet’ zij te plassen of te poepen
en zij doet het dan in de gang of in de huiskamer.
Ze kijkt ons dan schuldig aan alsof ze ‘sorry’ wil zeggen.
Gelukkig hebben we marmoleum op de vloer liggen.
We dweilen en poetsen wat af.
Maar Floor hoort bij ons, zij mag incontinent en ‘dement’ zijn.

In de avond staat zij veelal naast de bank
terwijl wij naar een Netflixserie kijken.
Ze staat dan te wankelen en valt vaak om.

Wij aanvaarden haar natuurlijke aftakeling.
Het pad naar haar aanstaande dood.
Zij heeft een mooi leven gehad.
Haar leven is in onze visie een voltooid leven.
Het verval ontroert ons.
De aftakeling heeft, al vinden velen dit niet, iets moois.
Het is soms gewoon mooi om naar te kijken.
Het onvermijdelijke verval, de voorbije dartele jeugd maar vooral de rust.
Wij laten haar de rust die ze verdiend heeft.

(…)

We zijn vergeten dat het leven
niet een verlenging van de eeuwige jeugd tot de dood is
maar veelal een geleidelijke en natuurlijke aftakeling
en verlies van krachten en behoeften.

Floor is steeds weer blij als ze ons ziet.
Valt nu vaak om als zij tegen ons opspringt
en verliest zij in haar enthousiasme wat druppels urine.
Zij wil nog bij ons horen.
Een lid van de roedel.
En zij mag dat.
Tot het einde toe.

(…)

Wij willen lichamelijke gebreken verhelpen
zonder te beseffen dat juist het geleefde leven de moeite waard was
en zonder te aanvaarden dat sterven een fase is die soms jaren duurt
met als eindfase de werkelijke dood
waarop we ons eigenlijk samen met onze dierbaren hadden moeten voorbereiden.
Een fase die voor de betrokkene kleine waarden heeft.
Daardoor leren we ook voor onszelf
de uiteindelijke aftakeling en de dood aanvaarden.

Alfa en omega.
Begin en einde.
Gedenk te sterven.

Levenskunst is de kunst om het leven ten volle te leven
maar ook om de onvermijdelijke aftakeling
en de voorbereiding op de dood te aanvaarden.

We leven, om verschillende redenen, in de rare illusie van onsterflijkheid.
Het accepteren, aanvaarden van verval en de dood en het ‘niet-meer-mee-kunnen-doen’
hoort ook bij goed leven.

(…)

Laten we weer naar elkaar luisteren
en laten we als de patiënt dat ook wil
onze handen in onze zakken houden
en ze er hooguit uithalen
om de hand van de ander vast te houden,
maar niet om een infuusnaald te pakken.

Ik kijk elke dag naar onze Floor.
Als zij tevreden en veilig slaapt in haar vertrouwde mandje.
Als zij rusteloos rondsnuffelt op het grasveld
waar zij vroeger fanatiek en met succes nog katten najoeg,
een bek vol kattenhaar.
Ik kan genieten van de aanblik dat zij blij is ‘er-nog-bij-te-horen’.

We zullen haar bij een medische catastrofe echt niet naar de dierenarts brengen.
Wij zouden dan bij haar zijn
en zeggen ‘dat het goed is zo’,
haar over haar kop aaien
en zeggen ‘dat ze mag gaan’.
Net zoals we vaker met oude stervende mensen zouden moeten doen
in plaats van 112 te bellen.
Zeker als zij dat laatste ook niet meer willen.