We hebben veel gedanst samen.
Swingend en zingend ging je over de huiskamer-dans-vloer. En natuurlijk deden we ook ballet: pliés, prachtige armbewegingen en elegante buigingen. Je lichaam herinnerde het zich van vroeger.
Ik heb je ernstig zien vallen en weer opkrabbelen na een gebroken heup.
Ik heb je een tijd lang zó verschrikkelijk boos gezien. Tierend liep je over de afdeling.
En ik heb je zó broos gezien. Prachtig, kwetsbaar broos. Inmiddels in je wagentje.
En nu, vandaag, zie ik je zó alleen.
Als vanzelf is er contact tussen ons en ik zie je blijdschap omdat ik er weer ben. Voorzichtig beweeg ik je nog gezonde hand op de muziek. Voorzichtig probeer jij mee te zingen. En mijn hand te kussen.
Als ik met de andere dansers dans, probeer je met geluiden mijn aandacht te trekken. Als het me even niet lukt oogcontact met je te blijven houden, trek je zo hard aan het tafelkleed dat kopjes en kannen op de grond vallen.
En ja, ik begrijp het.
Je wilt dat ik gewoon bij je zit, je vast houdt, handen vast dansend, zingend zachtjes.
Ik begrijp het.
Maar er is een swingende meneer, een mevrouw die almaar de weg naar de dansvloer kwijt is, en een danseres die ondersteuning nodig heeft om niet te vallen.
Vandaag
– alleen vandaag-
zou ik willen
dat ik even niet hoefde Dansen.
@Komt U Dansen?